Nehemia 2:18

SVEn ik gaf hun te kennen de hand mijns Gods, Die goed over mij geweest was, als ook de woorden des konings, die hij tot mij gesproken had. Toen zeiden zij: Laat ons op zijn, dat wij bouwen; en zij sterkten hun handen ten goede.
WLCוָאַגִּ֨יד לָהֶ֜ם אֶת־יַ֣ד אֱלֹהַ֗י אֲשֶׁר־הִיא֙ טֹובָ֣ה עָלַ֔י וְאַף־דִּבְרֵ֥י הַמֶּ֖לֶךְ אֲשֶׁ֣ר אָֽמַר־לִ֑י וַיֹּֽאמְרוּ֙ נָק֣וּם וּבָנִ֔ינוּ וַיְחַזְּק֥וּ יְדֵיהֶ֖ם לַטֹּובָֽה׃ פ
Trans.wā’agîḏ lâem ’eṯ-yaḏ ’ĕlōhay ’ăšer-hî’ ṭwōḇâ ‘ālay wə’af-diḇərê hammeleḵə ’ăšer ’āmar-lî wayyō’mərû nāqûm ûḇānînû wayəḥazzəqû yəḏêhem laṭṭwōḇâ:

Algemeen

Zie ook: Hand (lichaamsdeel)

Aantekeningen

En ik gaf hun te kennen de hand mijns Gods, Die goed over mij geweest was, als ook de woorden des konings, die hij tot mij gesproken had. Toen zeiden zij: Laat ons op zijn, dat wij bouwen; en zij sterkten hun handen ten goede.


Vertaalnotities

Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
    Zie hier over het gebruik van de interlineair.

וָ

-

אַגִּ֨יד

En ik gaf hun te kennen

לָ

-

הֶ֜ם

-

אֶת־

-

יַ֣ד

de hand

אֱלֹהַ֗י

mijns Gods

אֲשֶׁר־

Die

הִיא֙

-

טוֹבָ֣ה

goed

עָלַ֔י

over

וְ

-

אַף־

mij geweest was, als ook

דִּבְרֵ֥י

de woorden

הַ

-

מֶּ֖לֶךְ

des konings

אֲשֶׁ֣ר

die

אָֽמַר־

hij tot mij gesproken had

לִ֑י

-

וַ

-

יֹּֽאמְרוּ֙

Toen zeiden zij

נָק֣וּם

Laat ons op zijn

וּ

-

בָנִ֔ינוּ

dat wij bouwen

וַ

-

יְחַזְּק֥וּ

en zij sterkten

יְדֵיהֶ֖ם

hun handen

לַ

-

טּוֹבָֽה

ten goede


En ik gaf hun te kennen de hand mijns Gods, Die goed over mij geweest was, als ook de woorden des konings, die hij tot mij gesproken had. Toen zeiden zij: Laat ons op zijn, dat wij bouwen; en zij sterkten hun handen ten goede.


Koop nu

Commentaar

Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!